Wet Poortwachter: verzuim hoger op de werkgeversagenda
Sinds de Wet verbetering poortwachter (Wvp) investeren niet alleen werkgevers, maar ook werknemers, arbodiensten en verzekeraars veel meer in adequate zorg voor verzuimende werknemers en in tijdige reïntegratie. Dat heeft veel bijgedragen aan de dalingen van het verzuim en de WAO-aanvragen zoals die na de inwerkingtreding van de Wvp in april 2002 zijn geconstateerd. Dit concludeert TNO Arbeid bij de vijfde meting bij het Arbodienstpanel, een jaarlijkse schriftelijke enquête onder arbodiensten waaraan deze keer ruim de helft van alle Nederlandse arbodiensten heeft meegewerkt. De ondervraagde arbodiensten zouden graag in de Wet een andere omschrijving zien van ‘dreigend langdurig verzuim’ en meer helderheid over wanneer wel of niet een plan van aanpak moet worden opgesteld voor terugkeer naar het werk. Een aantal arbodiensten ziet een verbreding van de preventieve diensten die worden afgenomen. Naast de wettelijke voorgeschreven instrumenten zoals de risico evaluatie en inventarisatie en het periodieke arbeidsgeneeskundige onderzoek, bleek er het afgelopen jaar met name meer vraag naar zaken als ergonomische adviezen, adviseren bij het opzetten van een gezondheidsbeleid, en verzuimgesprektrainingen voor leidinggevenden. Circa de helft van de arbodiensten verwacht dit jaar een toename in hun preventie activiteiten, vooral gericht op gezondheid. Het volledige rapport en een samenvatting is te downloaden via www.tno.nl

Bron: www.tno.nl/perskamer, 20 december 2004
Liberalisering arbo-dienstverlening per 01-07-2005
Per 1 juli 2005 vervalt voor werkgevers de verplichte aansluiting bij een arbodienst. Voor veel werkgevers zal dit als muziek in de oren klinken, echter alle verplichtingen rond ziekteverzuim, zoals Wet Verbetering Poortwachter, blijven wel van kracht. Hierdoor zullen veel werkgevers toch genoodzaakt zijn om preventie en ziekteverzuimbegeleiding bij een gecertificeerde professional in te kopen.

Preventiemedewerker
In de Europese Wetgeving staat dat arbo-dienstverlening in het bedrijf moet worden geregeld en als dit onmogelijk is, mag het extern geregeld worden. Reden waarom ons kabinet de “preventiemedewerker” in de nieuwe wetgeving opneemt. Ieder bedrijf dient uiterlijk vóór 1 januari 2006 een preventiemedewerker te hebben aangesteld. Bij bedrijven met 15 of minder werknemers kan de werkgever zelf de preventiemedewerker zijn; voor bedrijven van 16 werknemers of meer moet dit een werknemer binnen de organisatie zijn (bijv. de aangestelde arbo-coördinator of bedrijfshulpverlener).

Risico inventarisatie en evaluatie (RIE)
De regels rond toetsing van de RIE worden versoepeld, op dit moment is het verplicht om de RIE te laten toetsen door de bedrijfsarts, veiligheidskundige, arbeidshygiënist en arbeid & organisatie deskundige inclusief een bedrijfsbezoek. In de nieuwe situatie is de toetsing en het bedrijfsbezoek afgeschaft voor werkgevers t/m 10 medewerkers. Voor werkgevers vanaf 11 t/m 25 medewerkers hoeft er geen bedrijfsbezoek plaats te vinden en is een zgn. papieren toets door één van de hierboven genoemde deskundigen voldoende. In beide gevallen dient er een goedgekeurde branche RIE gebruikt te worden. Voor bedrijven of organisaties met meer dan 25 medewerkers blijft de oude situatie bestaan. Echter de toetsing hoeft maar door één deskundige te worden uitgevoerd, bijvoorbeeld de bedrijfsarts. Goedgekeurde branche RIE’s kunt u vinden op www.rie.nl.

Verzuimbegeleiding
Bij de verzuimbegeleiding blijft een bijstandsverplichting van de bedrijfsarts vereist. Indien deze bedrijfsarts extern wordt betrokken dient er sprake te zijn van contractuele beschikbaarheid en moet de OR of Personeelsvertegenwoordiging toestemming geven. De bedrijfsarts dient minimaal te worden ingezet waar de Wet verbetering poortwachter dat eist, namelijk voor het Reïntegratieverslag, het opstellen van plan van aanpak en vorming van het medische dossier.
Door de liberalisering van de arbo-dienstverlening kan de werkgever als snel honderden euro’s besparen door versoepeling van de RIE. Daarnaast krijgt de werkgever meer grip op het verzuim in de eerste weken van zijn verzuimende medewerker. Echter, veel wettelijke regels rondom ziekteverzuim blijven onverkort van kracht. In de verzuimverzekeringen van Verzekeraars worden strakke voorwaarden gesteld aan de ziekteverzuimbegeleiding.

Bron: Nieuwsbrief Centraal Beheer Achmea, 28-02-2005
Massages op het werk
‘Zou het niet heerlijk zijn wanneer u tussen alle drukke werkzaamheden door even kunt genieten van een rustgevende massagebehandeling?’ Met deze wervende vraag benaderde de TNT, leverancier van expresse diensten, eind vorig jaar haar klanten. Bij de boeking van minimaal 5 zendingen maakten de klanten vijf keer kans op een jaar lang gratis massage op het werk.

Bron: Sportmassage International, nummer 3, 2005

Repeterende beweging meest voorkomende arbeidsrisico
Repeterende bewegingen, zoals wek aan de lopende band, vormen het meest voorkomende arbeidsrisico. Ongeveer 57% van de werknemers heeft hier regelmatig mee te maken. Dit staat in de Arbobalans, een jaarlijks overzicht van arbeidsomstandigheden van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ook werken veel mensen langdurig in dezelfde houding (43%) of worden regelmatig blootgesteld aan gevaarlijke stoffen (35%). Andere veel voorkomende risico’s zijn werkdruk (31%) en intimiderend gedrag door klanten (25%). Van alle werknemers moet 22% regelmatig kracht zetten, heeft 13% vaak met schadelijk geluid te maken en tilt 11% regelmatig zware lasten. Het aantal nieuwe WAO-uitkeringen daalde in 2003 tot 66.000. dit is 26.000 minder dan in 2002. ruim 34% van de nieuwe uitkeringen gaat naar mensen met een psychische aandoening en 25% naar diegenen met een aandoening aan het bewegingsapparaat, bijvoorbeeld armen, benen en rug. Ongeveer evenveel mannen als vrouwen krijgen een nieuwe WAO-uitkering.

Bron: Sportmassage International, nummer 1, 2005

RSI hee(f)t nu CANS. Maar wat is de oplossing?
RSI en nek/schouderklachten, inmiddels herdoopt tot CANS (complaints of arsm, neck and/or shoulders), kosten jaarlijks 0,5 tot 2% van het Europese bnp. Veertig miljoen Europese werknemers lijden aan enige vorm van CANS, wat bij elkaar opgeteld neerkomt op bijna de helft van alle werkgerelateerde ziektegevallen in Europa. Redenen te over om nu eens spijkers met koppen te slaan, vindt de Europese Commissie, die de werkgeversorganisaties heeft gevraagd mee te denken over dit probleem. Eerste vraag: wetgeving of zelfregulering? In Nederland lijkt men het hierover wel eens. VNO-NCW wijst wetgeving faliekant af. “RSI is een te complex probleem voor eensluidende regels voor iedereen. Bovendien hebben we al voldoende middelen, zoals de verplichte risico-inventarisaties en de wet Verbetering Poortwachter.” MKB Nederland sluit zich aan bij deze visie. “RSI bestrijding vereist maatwerk en het zijn juist wetten die maatwerk voor de verschillende branches in de weg staat.” Beide organisaties verwachten ook dat er voorlopig geen nieuwe wetgeving uit Brussel zal komen. “Er zijn geen gulden regels voor CANS.”

Bron: De Zaak, december 2004